24 maart 2018

Pasen

Geschreven door Pieter Korbee

Het verhaal van Maria Magdalena beschouw ik als een van de meest indringende paasverhalen die ik ken. Het wordt verteld in het Johannesevangelie. Eigenlijk gaat het maar om een paar zinnen. Maria dwaalt in de tuin rondom het graf. Na het geweld, het lawaai en de verschrikkelijkheden bij de gevangenneming heerst er nu rust en stilte. Of leg ik dit er teveel in? Er wordt nog heen en weer gehold. Toch is de atmosfeer een andere. Het is vroeg in de morgen, nog donker wanneer Maria bij het graf komt. Ze blijft daar ook wanneer de andere leerlingen hebben gezien dat het graf leeg is en weer weg zijn. Er heerst een stilte van weemoed en rouw. Maria had gezien dat het graf openstond en is de medeleerlingen gaan waarschuwen. Ze denkt dat Jezus uit het graf is weggenomen. Die gedachte beheerst haar. Ze vertelt het aan ieder die ze tegenkomt, aan de leerlingen, aan de engelen in het graf en aan de man die ze voor de tuinman aanziet. Ze kan er niet los van komen. De gedachte vertroebelt haar blik.

Maria Magdalena van Jan van Scorel (ca 1530)
collectie Rijksmuseum Amsterdam

Haar overkomt hetzelfde als de Emmaüsgangers en als de vissers op het meer van Tiberias. Ze zien iemand maar herkennen hem niet. Jezus wekt haar uit haar gedachten: “Maria! Ze draait zich om en zegt: Rabboeni! Dit betekent meester.” Hoeveel kunstenaars hebben deze scene niet getekend? Dit is het moment waarop ik doel. Het gaat om een paar woorden. Meer niet. Het is het moment waarop de ene mens de andere ziet. Het moment waarop de vertroebeling wegvalt.

Enkele weken terug heeft Theo Witvliet bij de voorjaarslezingen over Martin Buber gesproken. Over het bijzondere dat kan gebeuren in de ontmoeting tussen twee mensen. Buber spreekt dan over een Ik – Jij-relatie. Deze is er even, plotseling en onverwacht. Zo’n gebeuren heft je uit de objectiviteit van de dagelijkse ervaring. Een dergelijke ontmoeting kent intimiteit. Het is geen moment dat je kunt vasthouden. De intensiteit ervan ebt weer weg. Dan wordt de ontmoeting er weer één van elke dag, die van een Ik – Het-verhouding. Het verhaal van Maria Magdalena is daarvan een illustratie. De scene wordt maar in een paar woorden beschreven. Dat is genoeg. Meer hoeft ook niet. Daarop volgt als reactie van Jezus ‘Hou me niet vast’. ‘Raak me niet aan’ in oudere vertalingen.

Moderne verhalenvertellers willen graag meer vertellen. Zij tuigen het verhaal op. Ze vertellen van een liefdesrelatie tussen Jezus en Maria Magdalena. Ik geef toe, in de fragmenten die van het evangelie van Maria zijn gevonden – want dat heeft bestaan – wordt van een nauwere relatie tussen haar en Jezus gesproken. Echter deze relatie is vergelijkbaar met die van de geliefde leerling in het Johannesevangelie. Meer niet. Moderne verhalen maken het groter, maar wat daarin verloren gaat is de aandacht voor dat ene moment, voor de intimiteit die in het Johannesevangelie wordt oproepen. Op dat moment wordt de opstanding voor Maria werkelijk. De betekenis daarvan beseft ze niet door het lege graf, niet door de doeken die er liggen, ook niet door de engelen die in het graf aanwezig zijn. Maar door de stem die klinkt. De stem die haar opwekt uit haar gedachtespinsels. Dan heeft ook zij deel aan de opstanding.

‘Hou me niet vast’ klinkt het vervolgens.

Daarna krijgt ze een boodschap mee die is verwoord in die typische taal van het Johannesevangelie. ‘Mijn vader is jullie vader, mijn God is jullie God.’ Ook in deze woorden wordt een sluier weggetrokken. Je hoeft Jezus niet vast te houden om God direct als de bron van je geloof te ervaren. Hij heeft de weg gewezen. Die mag je nu zelf gaan.

Er is veel te doen geweest over de verhalen van de opstanding. Of ze op werkelijkheid berusten of dat ze alleen maar verhaaltjes zijn. Ga je mee in zulke discussies – wat natuurlijk best mag – dan raak je de intimiteit kwijt van het moment dat je wordt geroepen. Dan zoek je de opstanding in de objectiviteit van de Ik – Het-relatie. Daar is de verrijzenis niet te vinden. Die komt tot je wanneer je je weet aangesproken door een stem of wanneer je je geraakt weet door een verhaal.

Ik wens u mooie paasdagen toe.

Pieter Korbee

Gerelateerd