Een Paasverhaal
Geschreven door Pieter Korbee“Mijn zoon was dood en is weer tot leven gekomen”. Zo werd de verloren zoon binnengehaald. De vader staat met open armen te wachten. Hij drukt de jongen tegen zich aan. Rembrandt laat zien hoe dit gebeurt. Hij drukt de jongen die op zijn knieën voor hem ligt tegen zijn onderbuik. Zo beeldend is het Bijbelverhaal niet. Wel spreekt het van ontferming, van de diepe gevoelens, ja van de onderbuik. Zo kan de jongen op krachten komen. De nieuwe Bijbelvertaling is een beetje vlak. De vertaling spreekt van medelijden. Maar wat hier gebeurt gaat door merg en been. Het gaat in tegen alle conventie, alle regels die je leren hoe je je netjes moet gedragen en het gaat vooral in tegen de opkomende gedachte van schuldtoerekening. Eigen schuld. Nee dus.
Hoge ogen zal deze vader niet gooien bij verkiezingen. Hij is voorbij aan normen en waarden. Het enige wat telt is het mededogen. Probeer zo’n levenshouding maar eens concreet te maken in het leven van alledag, in het maatschappelijke leven. Dit is de joods-christelijke traditie. Die vraagt niet naar identiteit, die maakt zich niet sterk, die voedt het ego niet. Die laat kracht vloeien die tot leven wekt. Van de dood naar het leven. Het is een onmogelijk verhaal. Het is een paasverhaal.
Rembrandt, De thuiskomst van de verloren zoon
Ets, collectie Rijksmuseum Amsterdam
Tot twee keer komt het zinnetje terug in het verhaal, als een refrein. “Mijn zoon was dood en is weer tot leven gekomen. Hij was verloren en is teruggevonden”. Het zinnetje vormt de kern. Het grijpt terug op de uitspraken en de verhalen van de joodse rabbi die in Israël rondliep: “wie zijn leven geeft zal het behouden”. De rabbi die vertelde van het verloren schaap en van de verloren penning.
Het verhaal van de verloren zoon is daarvan de illustratie. Dit heeft niets te maken met de dwaze strijd over de stelling of dood en opstanding nu echt zo gebeurd zijn of niet. Dat je geloof ervan zou afhangen of je dit als waarheid aanvaardt. Het steekt veel dieper. Geloof is de kracht die je door het leven heen haalt als de tegenkrachten te groot worden en jou teveel worden.
Het is zo mooi dat het verhaal van de verloren zoon zelf laat zien, dat het in het zinnetje “hij was dood en is weer tot leven gekomen” om verbeeldende kracht gaat. Want die zoon is nooit echt dood geweest. Het was wel erbarmelijk met hem gesteld. Hij had het familiekapitaal er doorheen gejaagd; hij leidde een liederlijk leven. Maar als het erop aankomt doet dit er niet toe. Dit is iets wat mensen heel moeilijk kunnen aanvaarden. En juist dit is geloof. Hierbij worden altijd kanttekeningen geplaatst. Want er zijn immers grenzen aan wat we nog kunnen aanvaarden? Het paasverhaal vertelt dat er geen grenzen zijn. Dat de dood het einde niet is. Het leven, de dood en het leven van de joodse rabbi wordt uiteindelijk in deze, in zijn eigen woorden getekend.
Wel raar deze parallellie tussen de verloren zoon en Jezus van Nazareth. Er zijn overeenkomsten. Beide trokken de wereld in; beide kwamen op enig moment terug bij de vader. Maar verder? Ja, er gingen verhalen rond dat Jezus omging met tollenaars en met vrouwen van bedenkelijke reputatie. Maar dat hij een liederlijk leven leidde? Nee, dat niet. Terwijl van de verloren zoon niets positiefs wordt verteld toen hij in de vreemde was en al in het geheel niet dat hij van betekenis zou zijn voor de mensen om hem heen, dat hij zieken genas en predikte. De overeenkomsten zijn beperkt. Maar kennelijk is het meest belangrijke toch dat hij tot inkeer komt en de weg terugzoekt. Dat hij zich herinnert dat het leven een andere bestemming heeft dan om het zomaar weg te gooien. Dit is wat er bij hem opkomt. Dan gaat hij de weg naar de vader. Daarin komen zij overeen. Beide worden door de vader aangetrokken. Er is een ander leven mogelijk.
Dit is het paasverhaal, dat er door alle dood heen – en u mag zelf invullen wat dit betekent – een ander leven mogelijk is, en dat er iemand is die daar trekt als een magneet. Jezus noemt hem vader, maar tekent hem met de vrouwelijke energie van de ontferming en de omarming. Het gaat niet om de woorden. Het gaat erom dat we niet in een onverschillig universum leven, maar dat we ertoe doen en dat we ons welkom weten, dat onze bestemming ligt in de uitnodiging tot het koninkrijk. En ook dat de stille herinnering aan de vader voldoende is om op pad te gaan.
Pasen, het is dat christelijke feest waarvan niemand meer de betekenis kent. Misschien wordt het tijd deze betekenis in ons leven tot uitdrukking te brengen.
Ik wens u een vrolijk Pasen toe.
Pieter Korbee