3 oktober 2016

Inleiding tot de stilte

Geschreven door Pieter Korbee

 

In de vroege kerk al zochten mensen stilte. Woestijnvaders bijvoorbeeld. De praktijk werd overgenomen door kloosterorden, nu in een gemeenschappelijk verband van meerdere mensen. Daarbuiten verdween de praktijk langzamerhand uit het bewustzijn van gelovigen. Het gesproken woord kreeg een centrale plaats.
Het beoefenen van de stilte is in kloosterorden blijven bestaan. Ook in het stilgebed zou je kunnen denken. Maar in deze gebeden formuleren we nog steeds woorden en zinnen. Ook bij de Quakers is het beoefenen van de stilte blijven bestaan.
De aandacht voor stiltemeditatie is weer levend geworden door de boeddhistische meditatiepraktijk.
Hoe doen wij het nu? Welke aanwijzingen kan ik geven?
Wel allereerst: laten we het zo eenvoudig mogelijk houden.
We zullen hier in een kring gaan zitten op een hoge stoel. Recht je rug, alsof je kruin naar de hemel wordt getrokken, en zet de beide voeten met wat tussenruimte naast elkaar.
Leg je handen in je schoot. Je linkerhand rust op je rechterhand. Sluit dan de ogen.
Dan komt het moeilijke. Probeer aan niets te denken. Ik kan u nu al verzekeren, dat zal u niet lukken. Gedachten komen en gedachten gaan. Onophoudelijk. Je hoort ook van alles, juist omdat je stil bent. Omgevingsgeluiden, geluiden van je eigen lichaam. Hoe moet je daarmee omgaan? Wel, laat deze gedachtenstroom maar komen, laat de gedachten even door je heen gaan en neem vervolgens, heel bewust, ervan afscheid.
Wat daarbij kan helpen is het innerlijk herhalen van een mantra. De herhaling van steeds dezelfde zin of korte liedtekst.  Boeddhistisch, christelijk. ‘Wees barmhartig’, ‘Kom geest van God, vervul mij’, ‘Maranatha’. Maar dan gaat het nog steeds om woorden. Liever raad ik aan je aandacht te brengen naar je eigen ademhaling. De inademing en de uitademing. Komen dan de gedachten, laat ze rustig door je heen spelen. Vestig je aandacht vervolgens weer op je ademhaling. Maak er niet iets gedwongen van. De ademhaling is als het inademen van de geest, en het uitademen als het loslaten daarvan.
En, misschien niet de eerste keer, maar mogelijk wel een volgende keer, merk je na afloop dat je in een andere vorm van bewustzijn bent geraakt. Verstild bent geraakt.
Zo zijn we een half uur in stilte. Ik zal driemaal een belsignaal geven als het halfuur voorbij is. Dat is best een lange tijd.

Probeer daarna niet direct te gaan babbelen. Er is een kop thee voor wie wil. Ga je liever direct weg, dan is dit prima. Bij het kop thee, kun je misschien in een paar woorden zeggen hoe je je voelt, wat je voelt. Laat het daarbij. Het kan ook zijn dat je je ongemakkelijk voelt, onwennig. Dat kan ook gezegd worden.
Erover praten kun je beter doen in de loop van de weken als je elkaar weer eens ziet. Vertel dàn wat je niet bevalt, wat je anders zou willen.

Laten we nu de stilte ingaan. Recht je rug, leg je handen in elkaar en zet je voeten goed neer. Laten we stil zijn na de eerste belsignaal.

Gerelateerd